Abtei Vlierbeek
Die Abtei Vlierbeek (ndl.: Abdij van Vlierbeek) ist eine ehemalige Benediktinerabtei in Kessel-Lo, einem Stadtteil im Nordosten von Löwen, der Provinzhauptstadt Flämisch-Brabants in Belgien.
Geschichte
Im Jahr 1125 schenkte der damalige Graf von Löwen und zugleich Landgraf von Brabant Gottfried der Bärtige (1095–1139) den Benediktinern der Abtei Affligem in Vlierbeek ein Gelände zur Errichtung einer Priorei. Zwei Jahre später, im Jahr 1127, zogen die ersten Mönche dort ein und bereits im Jahr 1165 wurde die Priorei zur Abtei erhoben. 1170 wurde eine romanische Kirche errichtet. Zwischen 1165 und 1572 blühte die nun eigenständige Abtei und hatte neben Höfstellen in Holsbeek, Geetbets, Kortenaken und anderen ostbrabantischen Orten auch einen Weingarten am Kesselberg[1].
Seit 1533 hatte der Abt von Vlierbeek einen Sitz in der Allgemeinen Ständeversammlung (Staten-Generaal) der damals noch nicht aufgeteilten Niederlande. Der eigene Sitz verstärkte die Bedeutung der Abtei. Im September 1572 wurde die Abtei dann durch eine Heereseinheit von Wilhelm von Oranien verwüstet, da die Abtei sich geweigert hatte, Wilhelms Heer mit Proviant zu versorgen. Die Gebäude wurden zerstört und in Brand gesteckt. Die Mönche flohen nach Löwen und nahmen Zuflucht im “Hof ter Vlierbeeck” in Craenendonck.
Genau 70 Jahre nach der Zerstörung, im Jahr 1642, kehrten die Mönche unter ihrem Abt Petrus Scribs zum Ursprungsort Vlierbeek zurück und bauten auf den Ruinen des alten Klosters die Gebäude der neuen Abtei auf. Es entwickelte sich danach eine zweite Blütezeit von 1642 bis 1796. Am 1. September 1796 kam im Rahmen der französischen Besatzung das endgültige Ende für die Abtei. Da die Mönche nicht weichen wollten, wurde sie im Januar 1797 mit Waffengewalt durch französisches Militär vertrieben. Im Jahr darauf, 1798, verkauften die Franzosen die Abteigebäude und die dazugehörigen Ländereien. 1801 kehrten der Abt und ein paar Mönche zurück, ohne dass das Kloster wirklich auflebte.
Auch nach Abzug der Franzosen wurde es nicht wieder eröffnet. Stattdessen wurde die Abteikirche 1830 von der neu gegründeten Gemeinde Kessel-Lo als Gemeindekirche in Gebrauch genommen. Es kam jedoch in späteren Jahren zu Gemeindeabspaltungen, so dass am Ende die Kirche nur noch von der Gemeinde in Vlierbeek genutzt wurde.
Im Jahr 1970 kaufte die Provinz Brabant die damals noch ländlichen Gebiete um die Gebäude der Abtei herum, um die Zersiedelung der Gegend zu verhindern. Es entstand in der Folge die Provinzialdomäne Kessel-Lo[2]. Nördlich der Abtei liegen die Hügel des Naturgebiets Kesselberg[3], die in das Gesamtkonzept der Provinzialdomäne mit einbezogen sind. Die Abteigebäude selbst gehören heute zu einem Teil der Kirchengemeinde Vlierbeek, zum anderen Teil befinden sie sich in Privatbesitz.
Bilder
Die Herberge „In den Rozenkrans“ nahe der Abtei Vlierbeek
Die heutige Abteikirche wurde im Jahr 1776 erbaut
Der „boomgaard“, ein ummauerter Obstgarten aus dem 17. Jahrhundert mit Hochstammbäumen. Heute grasen aus Schottland stammende Hebriden-Schafe zwischen den Bäumen.
Nebengebäude der Abtei Vlierbeek
Das 1776 erbaute Abtsquartier der Abtei Vlierbeek von außen betrachtet
Kutschhaus und Pferdestall aus dem 19. und 18. Jahrhundert
Weblinks
Einzelnachweise
- ↑ Der Kesselberg in Kessel-Lo
- ↑ Informationen zur Provinzialdomäne Kessel-Lo (niederländisch): hier
- ↑ Informationen zum Naturgebiet Kesselberg in Kessel-Lo (niederländisch): hier
Koordinaten: 50° 53′ 31″ N, 4° 44′ 12″ O
Auf dieser Seite verwendete Medien
Autor/Urheber: Johan Bakker, Lizenz: CC BY-SA 3.0
Dies ist ein Bild des Onroerend Erfgoed mit der Nummer
Autor/Urheber: Jokdev, Lizenz: CC BY-SA 3.0
Het bestaan van deze herberg kende enkele onderbrekingen. In 1939 kwamen Janneke en Bertha er zich vestigen. Na het overlijden van Bertha in het voorjaar van 1986 hield Janneke, geholpen door zoon Eric, het Café nog open tot omstreeks september 1986. Toen gingen de deuren dicht.
Janneke sleet zijn laatste dagen in zijn eigen vertrouwde opgeving, in zijn geliefde abdij. In juni 1987 sloot hij de ogen om voor altijd weer bij zijn Bertha te zijn.
Op 28 mei 1988 werd het café heropend en voor de dagelijkse uitbating een beroep gedaan op Wim Vervoort, Vlierbekenaar in hart en nieren.
Na 22 jaar heeft hij op 1 juli 2010 de fakkel doorgegeven aan de broers Joris en Michiel Vanautgaerden, ook Vlierbekenaars in hart en nieren.
Niemand zal ontkennen dat deze herberg in het Vlierbeekse sociale leven een belangrijke rol speelt. Zij bieden een ontmoetingscentrum voor verenigingen, rustplekken voor wandelaars en abdijbezoekers, pleisterplaatsen voor tafelplakkers en tooghangers allerhande.
Autor/Urheber: Jokdev, Lizenz: CC BY-SA 3.0
Het gebouw onder het mansardedak werd pas later als paardenstal ingericht en dateert uit midden van de 18e eeuw. Het naastliggende koetshuis dateert van laat in de 19e eeuw.
Autor/Urheber: Johan Bakker, Lizenz: CC BY-SA 3.0
Dies ist ein Bild des Onroerend Erfgoed mit der Nummer
Autor/Urheber: Jokdev, Lizenz: CC BY-SA 3.0
Het nieuwe abtskwartier werd gebouwd in 1776, een neoclassicistisch gebouw ontworpen door architect Laurent-Benoît Dewez. Het abtskwartier bestaat uit een winkelhaakvormig gebouw met 2 ingangen. Op het gelijkvloers zijn er 7 plaatsen en een grote inkomhal.
Autor/Urheber: Jokdev, Lizenz: CC BY-SA 3.0
De abdij vormde zeven eeuwen lang het kader voor het dagelijkse leven van de benedictijnenmonniken van Vlierbeek (1125-1796). Gesticht door de monniken van Affligem die het domein hebben gekregen. Zij maakten de omliggende gronden vruchtbaar en speelden een grote rol in de overdracht van kennis en religie in de streek. De abdijgebouwen verhalen een stuk architectuurgeschiedenis en roepen de herinnering op aan het leven van vele generaties monniken, met momenten van bloei en verval, van geluk en tegenspoed. Vlierbeek is een bevoorrechte plaats met een bezondere sfeer die nog steeds de rust van de vroegere monnikengemeenschap uitstraalt. In 1776 werd de inmiddels vervallen 17e eeuwse kerk vervangen door de huidige neoclassicistische kerk.
Autor/Urheber: Jokdev, Lizenz: CC BY-SA 3.0
De boomgaard is een 17de eeuwse ommuurde hoogstamboogaard, vroeger eilandtuin met prieel van de abt. Sinds kort verblijven in de Abdij van Vlierbeek en op de Kesselse bergen de zwarte Hebridians, een Schotsras dat nog veel eigenschappen van wilde schapen bezit.